Sporters met een verstandelijke beperking zijn welkom bij reguliere sportverenigingen
De bereidheid bij sportverenigingen om sporters met een verstandelijke beperking in hun vereniging te verwelkomen en voor hen aanbod te organiseren is groot. 53% van de reguliere sportverenigingen die nog geen leden met een verstandelijke beperking hebben, is bereid en ziet (misschien) mogelijkheden daartoe. Bij reguliere sportverenigingen die al leden met een verstandelijke beperking hebben, gaat het om bijna alle sportverenigingen (97%).
Lees meerDit blijkt uit een 1-meting die het Mulier Instituut heeft uitgevoerd in het kader van het programma Play Unified van Special Olympics Nederland. Play Unified brengt sporters zonder en met verstandelijke beperking met elkaar in contact, met als doel hun houding en gedrag positief te veranderen. Voor het onderzoek zijn online vragenlijsten uitgezet onder vertegenwoordigers van mensen met een verstandelijke beperking, sportverenigingen en sportbonden.
Andere resultaten zijn:
- 33% van de mensen met een verstandelijke beperking (inclusief niet-sporters) neemt in 2020 wekelijks of vaker deel aan sport. Dit is vergelijkbaar met 2018 en lager dan het gemiddelde onder de Nederlandse bevolking (54%). Hoewel de sportdeelname bij de totale groep gelijk is gebleven, lijkt wel een lichte stijging zichtbaar in de leeftijdsgroep 12-25 jaar.
- Net als in 2018 ervaart drie kwart van de mensen met een verstandelijke beperking belemmeringen bij het (gaan) sporten en bewegen. De top drie belemmeringen is: gebrek aan behoefte/zin (33%), te weinig (geschikte) begeleiding (22%) en te weinig mogelijkheden in de buurt (17%).
- 18% van de reguliere sportverenigingen heeft tenminste één lid met een verstandelijke beperking. Het gemiddelde is vijf leden per vereniging. De belangrijkste belemmeringen om (meer) leden met een verstandelijke beperking in de vereniging op te nemen zijn dat vanuit de doelgroep geen belangstelling/vraag is en te weinig (gekwalificeerde) trainers, begeleiders of vrijwilligers beschikbaar zijn.
- Sport- en beweegactiviteiten kunnen leiden tot ontmoetingen tussen mensen met en zonder een verstandelijke beperking. Ruim de helft van de mensen met een verstandelijke beperking vindt contacten met mensen zonder beperking (heel) belangrijk. Ruim drie kwart van de vertegenwoordigers vindt het belangrijk dat hun naaste met een verstandelijke beperking in contact komt met andere mensen zonder beperking.
- Bij een derde van de sporters met een verstandelijke beperking komen ontmoetingen in de sport regelmatig voor. Reguliere sportverenigingen en sportbonden schatten de frequentie van de ontmoetingen hoger in (resp. 71% en 46%).
- De bekendheid met #PlayUnified onder de sportbonden en sportverenigingen is gestegen.
Ragna Schapendonk in een eerste reactie: “Het is mooi om te zien dat de bereidheid bij verenigingen om mensen met een verstandelijke beperking op te nemen en samen te sporten groot is. Er zijn echter ook belemmeringen om te sporten, zoals geschikte begeleiding. Dit is op te lossen door scholing, niet alleen bij trainers en coaches maar ook met specifieke aandacht bij sportopleidingen voor sporters met een verstandelijke beperking.”
Klik hier voor de volledige rapportage.
Klik hier voor de nulmeting die het Mulier Instituut uitvoerde in 2018, in het kader van het Play Unified programma. |